Slechts 323 gram! Maar ook verkrijgbaar als E-book!
BINNENKORT LEVERBAAR
Verwacht rond 12-09-2017
Het Nieuw Zwartboek Van Nederland Overzee documenteert met meer dan honderd voorbeelden -- van de massamoord door Jan Pietersz Coen op Banda tot die door dienstplichtige soldaten in Rawagede -- dat de gebeurtenissen die vaak de `schaduwkanten' of `zwarte bladzijden' van het koloniale verleden worden genoemd geen bijverschijnselen waren, maar juist de pijlers waarop de overzeese macht steunde.
Zie voor meer informatie: ewaldvanvugt.wordpress.com
Luister ook naar Ewald Vanvugt bij OVT VPRO radio over het nieuwe dikke Zwartboek.
------------------------
Tegenwoordig gaan weer stemmen op om koloniale monumenten af te breken of te verplaatsen. Nu onlangs het standbeeld van Jan Pietersz Coen in het centrum van Hoorn door een onhandige kraandrijver van zijn sokkel is gestoten, grijpen velen dit aan als een kans om het beeld van `de slachter van Banda’ voorgoed verder buiten beeld te krijgen. Dit soort oproepen is niet nieuw.
In 1969 las het Amsterdamse raadslid F. de Vries het zojuist verschenen De Atjeh-oorlog. In dit boek documenteerde Paul van ‘t Veer dat het terreurwapen van het Nederlandsch-Indische leger onder generaals als Karel van der Heijden vooral de fakkel was, en dat onder generaal J.B. van Heutsz ditzelfde leger niet zelden hele dorpen uitmoordde. Verontwaardigd vroeg het raadslid aan Burgemeester en Wethouders of het medaillon met de reliëfbuste van de generaal van zijn monument in Amsterdam-Zuid kon worden weggehaald.
Paul van ‘t Veer over dit voorstel om commentaar gevraagd, merkte op: `Gooi er verf overheen, ga erbij tegen Van Heutsz demonstreren - allemaal best. Maar blaas het niet op of breek het niet af. Want dan kun je bij historische monumenten, boeken, schilderijen enzovoort wel aan de gang blijven.'
Wie het standbeeld van Jan Pietersz Coen uit het centrum van Hoorn wil verplaatsen onder meer omdat Coen de bevolking van Banda liet uitmoorden, moet in Amsterdam ook zijn beeld op de Beurs van Berlage, op de hoek van het Damrak en de Oudebrugsteeg, en zijn portretkop boven de hoofdingang van het Tropeninstituut laten verdwijnen.
Wie van de Gouden Koets de schildering wil verwijderen van de tribuut brengende mensen uit de koloniën, moet bijvoorbeeld ook van de achtergevel van het koninklijk paleis op de Dam het twintig meter brede frontonbeeld van wit marmer weghalen, dat de Antwerpse barokkunstenaar Artus Quellinus of Quellijn in de zeventiende eeuw naar het ontwerp van Jacob van Campen beeldhouwde. In dit driehoekige timpaanreliëf wordt de klassieke traditie van triomfstoeten die tribuut brengen voortgezet. Maar waar de Romeinen rijkdommen kregen aangeboden uit betrekkelijk nabij gelegen landen, laat de Amsterdamse maagd zich kostbaarheden brengen uit alle werelddelen. Deze sculptuur is het eerste monument, in een lange reeks, waarop Europeanen zichzelf tevreden hebben voorgesteld als de meester van mensheid.
Moet dit alles worden afgebroken? Of juist met bloemen en vlaggen en tekstborden aangevuld op drukke punten langs de straat blijven staan?
De wijze woorden van Paul van ‘t Veer in 1969 over het Van Heutszmonument zijn door de betrokkenen in de wind geslagen.
In de jaren zeventig is de plaquette met het portret van de geëerde Van Heutsz alsnog onder nooit opgehelderde omstandigheden verdwenen. Die plaat van een paar decimeter doorsnee was een onopvallend detail in het vele meters brede en hoge monument. Tot ongeveer 2000 verwees het enorme kunstwerk duidelijk naar de generaal door zijn naam in grote letters op het voetstuk.
De verantwoordelijken beschikten echter dat het monument niet langer concreet één historische persoon zou herdenken, maar een ongrijpbare veelheid aan gegevens. Allereerst nam men het monument de vertrouwde naam af, en daarmee de historische reeks extreem gewelddadige koloniale oorlogen met die naam verbonden. Begin 2001 kreeg het beeld een nieuwe functie en een andere naam: Monument Indië Nederland. De vernieuwing van het voormalige Van Heutsz-monument lijkt mij als buurtbewoner geen succes: de duidelijke nagedachtenis van een generaal en zijn daden is ingeruild voor iets onduidelijks. Koloniale monumenten vertellen publiekelijk en specifiek over wandaden waarmee overzee profijt werd vergaard, terwijl de welvaart thuis toenam. Wie de monumenten van de koloniale bloedjassen wegneemt, zet ook hun geschiedenissen voor het algemene publiek verder buiten beeld. Mijn advies is dus: laten staan die beelden, met korte teksten over de terreurdaden van de afgebeelden.
Ewald Vanvugt [22-9-2011]
Download hier de eerste 21 bladzijden in pdf-formaat!
Het is altijd druk in dit museum, maar het is nergens krap of benauwd. Met de mooie ruimtes en ongedwongen presentatie slaagt het museum er wonderwel in om een barrière te doorbreken, want de kunstwerken die hier worden getoond vertellen bij uitstek geschiedenissen die Europeanen liever niet willen horen. Tegenwoordig vinden Europeanen het niet prettig om te worden herinnerd aan het feit dat de startkapitalen van hun welvaart met geweld werden weggehaald uit de andere werelddelen.
De vraag of de landen van Europa een gemeenschap vormen en een gezamenlijke identiteit bezitten, wordt hier overtuigend positief beantwoord: alle vooraanstaande Europese musea konden overzee gestolen cultuurgoed bijdragen.
Gewoonlijk wordt bij de uitstalling van deze stukken weinig of niets gezegd over hun 'herkomstgeschiedenis'. Het geeft een wonderlijk bevrijdend gevoel dat in het Europees Museum duidelijk staat toegelicht hoe de schatten van Inca's en Azteken en andere uitheemse kunstwerken in Europese handen zijn gekomen. Want het is juist de gemeenschappelijke 'verwervingsgeschiedenis' die deze opmerkelijke collectie bijeen heeft gebracht. Zonder overzeese roof geen Europa!
Het museum exposeert kernmomenten in de geschiedenis van Europa's verovering van de andere werelddelen, naast portretten van Europeanen die tegen de plundering bezwaar maakten. Net als tal van culturen is Europa op diefstal en dwangarbeid, tegelijk is alleen in Europa een traditie van kritiek op het eigen kamp ontstaan. In talrijke samenlevingen verrijkte de elite zich door slaven te houden, maar alleen Europa kende een antislavernijbeweging die tenslotte succesvol was.
In een spectaculaire wandeling door het Europees Museum geeft Ewald Vanvugt een uitvoerig overzicht van geroofde kunstschatten die ons vertellen hoe Europa rijk is geworden. Met talrijke illustraties.
Uitgeverij Aspekt
"Recentelijk ontving het IISG een grote collectie zwartwit foto's en negatieven van Ewald Vanvugt (Den Bosch 1943), sociaal geëngageerd schrijver, publicist en fotograaf. Vanvugt publiceerde vanaf 1963 een reeks romans, verhalen en gedichten. Later schreef hij ook boeken en artikelen over arbeidsmoraal, slavernij, opiumhandel en koloniale geschiedenis. Hij reisde in de jaren negentienzestig, negentienzeventig en negentientachtig naar o.a. India, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika, Indonesië, Perzië en Zuid-Amerika. In 1983 woonde hij een half jaar op Bali. Eind jaren 1980 trok hij door de Sovjet-Unie. In 2003 bezocht hij Zuid-Afrika en Namibië. Over zijn belevenissen tijdens zijn trektochten schreef hij talloze reisverhalen. Gedurende zijn reizen fotografeerde Vanvugt uitgebreid sociale onderwerpen: hij noemde dat 'de wondere alledaagse wereld van' bedelaars, hasjrokers, drinkers, kinderarbeid, melaatsen, vrouwenarbeid, travestieten en van nog veel meer. Sommige foto's werden gepubliceerd in diverse tijdschriften en kranten, zoals Vrij Nederland, VPRO-gids en de Volkskrant.
Enkele foto's van Vanvugt zijn te zien op Flickr."
"Ik heb mijn zwart-wit foto-archief aan het IISG geschonken. Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis is begonnen een keuze uit mijn zwart-wit foto-archief te plaatsen op hun website en op Flickr. Volgens plan zullen er de komende tijd elke week ca 40 foto's bijkomen."
DE WERELD IN FOTO'S DOOR EWALD VANVUGT is te zien bij Flickr
Ewald Vanvugt heeft nu ook een blog bij Wordpress.
En Ewald Vanvugt is nu ook te zien op Youtube:
Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans zijn al geruime tijd de twee meest bewonderde schrijvers van Nederland. Dit bleek opnieuw in 2007 bij de verkiezing van "het beste Nederlandstalige boek aller tijden", waarbij hun werken de meeste stemmen kregen.
De Bewondering voor Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans begon bij Ewald Vanvugt al vroeg. Toen hij twintig was, publiceerde Vanvugt twee boeken die hem meteen een eigen plaats gaven binnen de Nederlandse letteren. Over dit nieuwe boek vertelt hij: "De schrijvers van de meest bewonderde boeken kwam ik ook in het dagelijkse leven tegen als collega's. Onlangs in gesprekken met een nieuwe vriend luisterde ik verbaasd, soms geschrokken, naar zijn openhartige verhalen; en hij daagde mij uit hem een paar van mijn avonturen met vrouwen, boeken en schrijvers te vertellen. `Echte avonturen - diepgrijpende gebeurtenissen - zijn vaak privé-geschiedenissen. De openbaarmaking van gebeurtenissen die zich afspeelden in kleine kring zullen sommigen misschien zien als roddel, maar ik bedoel het als bescheiden bijdragen aan de levensverhalen van twee Meesters."
Met de verhalen Een foto uit het land van Anna en De ondergang van een Zeeuws meisje.Rond kerstmis 1970 ontmoette ik op het tropische strand van
Goa een vrouw uit New York - Lucine. Zij was 24 en ik 27 jaar.
Tussen ons bloeide de liefde op en ongeveer een half jaar reisden en
woonden we samen in India, tot we ieder onze eigen weg gingen. Meer dan
dertig jaar verloren we elkaar uit het oog, maar niet - zoals het heet
- uit het hart. Dit bleek in de zomer van 2004 toen uit een exotisch
oord een e-mail arriveerde van een Nederlander die me haar groeten
overbracht. Natuurlijk stuurde ik de beste groeten terug. Kort daarop
kwam haar eerste brief. Zij woonde op Efate, een eilandje in de Stille
Zuidzee.
Jaren geleden was Lucine
met haar Engelse echtgenoot aan een lange zeilreis over de Grote Oceaan
begonnen. Haar man had in Port Vila, de hoofdstad van het eilandenrijk
Vanuatu, een bedrijf opgebouwd, dat zij leidde sinds hij geruime tijd
geleden was gestorven.
Meer dan een jaar schreven we elkaar uitvoerig. November 2005 ben ik in
het vliegtuig gestapt. 35 jaar na de eerste kennismaking in Goa hebben
we elkaar opnieuw ontmoet. We hadden elkaar geen foto's gestuurd, maar
in de kleine aankomsthal herkenden we elkaar meteen.
Eind jaren zestig behoorden we tot de generatie die de westerse
consumptiemaatschappij (tijdelijk) de rug toekeerde en de wereld
introk. Nu behoren we tot de generatie van jeugdige bejaarden die via
het internet elkaar herontdekten.
Van ons ruim drie maanden durend samenzijn in de Stille Zuidzee heb ik
een dag- en nachtboek bijgehouden - het verslag van twee zestigers die
hun jeugdliefde nog eens meer dan dubbel herbeleefden.
Op woensdag 20 september 2006 was het honderd jaar geleden dat tijdens de verovering van Bali meer dan duizend Balinezen op gruwelijke wijze om het leven kwamen. Over deze vrijwel vergeten zwarte bladzijde in de Nederlandse koloniale geschiedenis schreef Ewald Vanvugt de documentaire reisroman De verovering van Bali. In dit boek worden de massadodingen door het Nederlandse leger gedocumenteerd met directe citaten van ooggetuigen en met ruim 50 historische foto’s van het slagveld door H.M.van Weede, die nu voor het eerst zijn gepubliceerd en getoond in de Kunsthal.
In de morgen van 20 september 1906 schreden de vorst van
Badoeng, Gusti Gedé Ngurah Pamecutan en duizenden gewapende
volgelingen, allen in het wit gekleed en bereid om te sterven, het
Nederlandse leger tegemoet. De Nederlanders openden het vuur
‘op vrouwen met wapens in hun hand, lans of kris en kinderen
op hun arm (…) die zonder vrees aanvielen op de troepen en
de dood zochten’.
De vorst, zijn familie en zijn volgelingen vielen onophoudelijk aan en
doodden zichzelf en alle Nederlandse soldaten die binnen hun bereik
kwamen.
In 1908 vond bij de inname van Klungkung eenzelfde afschuwelijke
slachting plaats. De beide puputans op Bali wierpen een internationale
smet op Nederland.
Op 8 november 1906 sprak de Indië-expert H.H. van Kol in de
Tweede Kamer: “Moge, naar aanleiding van de slachting op
Bali, die droeve gebeurtenissen in Badoeng geen onheil brengen over
Nederlandsch-Indië en zijn bestuur. Doch een heilige plicht
blijft op ons rusten om vergeving te vinden voor die vreselijke feiten
op de twintigste september 1906, een datum die ik wel zou willen
wegwissen uit onze historie.”
De Kunsthal staat stil bij een van de meest bloedige veldslagen uit de recente Nederlandse geschiedenis. In een vitrine presentatie worden militaire kaarten, ooggetuigenverslagen, krantenberichten, spotprenten en voor het eerst foto’s van het slagveld getoond. Een Balinese kris uit Nederlands particulier bezit, destijds buitgemaakt op het slagveld, is de stille getuige van een puputan. Het houten heft van de kris draagt als inscriptie: ‘Aangetroffen in de borst van een Balineesche prinses’.
De verovering van Bali bevat een nieuw Nawoord met de precieze verantwoording van de bronnen. Bovendien valt Vanvugt de door de overheid betaalde geschiedschrijvers aan, die over het buitensporige geweld en de massa’s slachtoffers van de Nederlandse koloniale oorlogen nog altijd deftig zwijgen.
Ewald Vanvugt
De verovering van Bali
documentaire reisroman geïllustreerd met ruim 50 historische
foto’s door H.M.
van Weede
ISBN 90 6265 578 5, genaaid gebonden, 335 blz., prijs
€ 22,50.
Uitgeverij In de Knipscheer
Lange Herenvest 136
2011 BX Haarlem
tel 023 525 1177
fax 023 527 3841
www.indeknipscheer.nl
De wereld kent vele hemels. Christenen, moslims, joden, hindoes, boeddhisten: mensen uit de hele wereld én van alle tijden hebben voorbij hun aardse eindigheid gekeken en hebben zich voorstellingen gemaakt van het onbekende dodenrijk. Deze voorstellingen vertonen veel overeenkomsten. In alle talen is het leven beschreven als een weg die wij moeten afleggen. Vaak werd en wordt onze aanwezigheid op aarde vergeleken met een droom waaruit wij eens zullen ontwaken, om na de dood pas echt te gaan leven. Maar er zijn ook diepgaande verschillen, vooral op seksueel terrein. Waar het christelijke paradijs aseksueel is, beloven Boeddha, Allah en de Indiase goden de gelukzaligen eeuwige omhelzingen met wulpse partners.
In het eerste deel van Eeuwige liefde legt Ewald Vanvugt dertien routes af met als eindbestemming Eeuwigheid. Daarbij maakt hij gebruik van de heilige boeken uit verschillende wereldculturen. Het zijn zinnenprikkelende reisverslagen, waarin de auteur vooral de verschillen in hemelbeelden beschrijft. In deel twee staan de overeenkomsten centraal, aan de hand van een reis naar het universele paradijs in vier etappes. Voorbeelden uit de kunstgeschiedenis, afkomstig uit Nederlandse musea, verrijken het boek. Eeuwige liefde is een verrassend luchtige reisgids voor iedereen die meer wil weten over de weg naar boven en de hemels van onze aardse buren.
Titel Eeuwige liefde
Subtitel Een reisgids voor hemelvaarders
ISBN 90.5730.323.X
Aantal pagina's 160
Afwerking genaaid gebrocheerd
Illustraties geïllustreerd in zwart-wit
Verkoopprijs € 19,95
Het is te bestellen bij de
Walburg Pers
------------------------