Vragen aan Professor Verkuyl

Vraag aan Prof verkuyl: Volgens Prof Wertheim heeft u contact gehad met een missie die in Nederland goodwill kwam kweken voor een coup van generaals die naast Soekarno wilden gaan regeren. Wie zijn bij u geweest, wanneer was dat en wat is er besproken?

Verkuyl: Wanneer dat contact plaats vond weet ik niet precies meer, maar het was enkele maanden voor de coup. In die tijd verkeerde Indonesië in grote economische en sociale moeilijkheden en de slechte gezondheid van Soekarno wakkerde bij links en rechts, bij communisten zowel als bij het leger de hoop op een machtsovername aan. In die tijd werd ik benaderd door een Indonesische missie, die het bericht verspreidde dat er een raad van generaals was gevormd. Het onofficiële en schaduwachtige van die missie vond ik te louche om me er mee in te laten en daarom stelde ik voor elkaar te spreken in tegenwoordigheid van de Indonesische ambassadeur in Nederland. Dat weigerden zij en dus is er geen officieel gesprek geweest.

Vraag: Volgens Wertheim heeft u hem verteld dat deze geheime missie door de generaalsraad gestuurd was. Nu houdt u vol dat deze mensen tegenstanders van de generaals waren (communisten en anderen).

Verkuyl: Ik kan niet zeggen wie mij bezocht hebben, omdat ik dan mensen in gevaar zou brengen. Maar Wertheim (aan wie ik deze dingen in vertrouwen verteld had) weet dat ik achteraf tot de conclusie ben gekomen dat deze mensen banden hadden met communisten. Toen werd nog niet direct aan een coup, maar meer aan een geruisloze putsch gedacht. De taktiek stond nog niet precies vast, maar naderhand (na mijn bezoek aan Indonesië begreep ik dat men gepoogd heeft andere groeperingen (protestanten, katholieken en anderen) voor het communistische karretje te spannen. Wertheim heeft mijn latere interpretatie van deze missie verzwegen.

Vraag: In dezelfde tijd zijn ook drie mensen van de communistische partij van Indonesië hier geweest, Njoto, Aidit en Loekman. Heeft u met hen gesproken?

Verkuyl: Nee. Maar ze zijn wel bij Wertheim geweest. Ze waren op weg naar Moskou en Peking. Vraagt u daarover maar aan Wertheim.

Vraag: Hoewel niet alles bekend is over de gebeurtenissen in Indonesië in 1965 is het toch wel merkwaardig dat Wertheim en u tot zo verschillende conclusies kunnen komen.

Verkuyl: Wertheim is ideologisch horig. Hij gelooft zo sterk in het model-Peking, dat hij halve waarheden niet schuwt. Zo negeert hij in het geheel van factoren het aandeel dat de PKI-leiders in de moord op de generaals hebben gehad. Dat is de aanleiding geworden tot de gruwelijke burgeroorlog.

Vraag: Soeharto is nu vijf jaar aan de macht. Was die tijd niet lang genoeg om gehoor te geven aan de kritiek die op zijn behandeling van politieke tegenstanders is geuit?

Verkuyl: Er zijn ook duizenden gevangenen vrijgelaten, al weet ik ook dat anderen weer gevangen genomen zijn. In ieder geval meen ik dat wij alleen recht op kritiek hebben wanneer we ons garant stellen voor continuëring van de economische hulp. Het gebrek aan economische ontwikkeling is juist de oorzaak van alle moeilijkheden. Met Pearson (van het rapport van de Wereldbank over ontwikkelingshulp) en Tinbergen vind ik dat in die economische hulpverlening investeringen door het westerse bedrijfsleven (waarvoor Wertheim zo bang is) acuut noodzakelijk zijn. Maar we moeten er wel voor zorgen dat die investeringen en hulp op de goede plaats terecht komen. Zeker is dat je niets bereikt door de contacten met de regering van Suharto te verbreken. Ik ben ook voor de betrekkingen met de regering van China, al veroordeel ik de moord op meer dan een miljoen mensen tijdens de culturele revolutie.

uit: Trouw 7 augustus 1970


[terug] [huis]